Orthopedagogisch werken met paarden
Orthopedagogisch werken met paarden wordt ook wel orthopedagogisch paardrijden genoemd.
Bij deze vorm van therapie is noch het werk met het paard, noch de verzorging ervan een doel op zich. Het zijn onderdelen die deel uitmaken van het handelingsplan van de klant om bij te dragen aan het geven van een antwoord op de hulpvraag. Het is een is een doelgerichte, methodische en planmatige manier van werken.
Orthopedagogisch werken richt zich op problematische opvoedingssituaties en poogt in te grijpen in het huidige ontwikkelingsproces van kinderen en jeugdigen en dit proces te versnellen, te bevorderen of te corrigeren op cognitief, emotioneel, psychomotorisch en sociaal niveau. Er wordt gewerkt vanuit een holistische visie – waarbij brede beeldvorming plaats vindt en gekeken wordt naar verbanden en samenhangen.
In het proces waarin het orthopedagogisch handelen tot stand komt, werken elementen van ervaren, beleven, denken en handelen op elkaar in. Er vindt dus een integratie van elementen plaats. Er wordt uitgegaan van een functioneren van het kind op meerdere niveaus tegelijk: lichamelijk, psychisch, sociaal, emotioneel, maatschappelijk en spiritueel. Kortom: De klant is een functionele eenheid en is in zijn totaliteit betrokken.
Het accent bij orthopedagogisch paardrijden – ook wel op zijn Duits ‘Heilpädagogisches reiten/voltigieren’ genoemd - ligt vooral op het sociale element, de interactie en de communicatie. Het heeft educatieve doeleinden en brengt met name een pedagogisch, orthopedagogisch, re-educatief en sociaal effect teweeg.
Bij het orthopedagogisch werken met paarden gaat het erom het contact en bewegen met het paard doelmatig te gebruiken, om therapeutische effecten te bereiken. Dit op lichamelijk maar ook psychisch vlak. Het paard met zijn specifieke sociale- leer- en bewegingsmogelijkheden werkt mee in het proces om kinderen en jeugdigen systematisch te helpen of hen in hun ontwikkeling te bevorderen. Orthopedagogisch paardrijden (door sommigen ‘therapeutisch paardrijden’ genoemd) is dus geen cursus paardrijden. Vandaar dat wij de term orthopedisch werken met het paard prefereren.
Het doel is niet 'goed leren paardrijden' maar het kind leren werken aan zichzelf (door het contact met het paard), door het kind in een situatie te brengen waarbij hij ervaringen opdoet die uitnodigen om te werken aan zijn hulpvraag en vooraf besproken leerdoelen. Zoals bijvoorbeeld het verminderen van angst, ontwikkelen van vertrouwen, leren zichzelf te evalueren, vergroten van concentratie en alertheid, vergroten van zelfzekerheid en zelfredzaamheid, gedragsverbetering en uitbreiding van communicatieve mogelijkheden en sociale vaardigheden. Het paard is een partner om mee samen te werken, op af te stemmen, mee te communiceren en te ontdekken wat nodig is aan veiligheid en leiderschap.
Het werken met paarden is daarbij een middel, niet het doel. Dat houdt ook in dat het niet de bedoeling is zo snel mogelijk op het paard te komen. Integendeel er is naast het paard erg veel te doen en te leren, door samen met het paard oefeningen te doen in de verzorging of op de grond. Denk aan leiden en volgen van het paard, een parcours lopen, freestyle, longeren of een wandeling buiten. Maar ook aan het goed leren kennen van het paard - voelen en tasten, aaien en knuffelen - waardoor sensomotoriek wordt bevorderd.
De sessie begint meestal met het verzorgen en klaarmaken van het paard samen met de hulpverlener en gaat dan over grondwerk, voltigeren of rijden.
Bij het grondwerk wordt het kind aangesproken op zijn lichaamstaal, de mate waarin hij in staat is helder met het paard te communiceren, de leidende positie in te nemen, verbaal duidelijk over te komen, congruent te zijn in wat hij zegt en uitstraalt. Er komen speelse elementen aan de orde, het overwinnen van moeilijkheden, flexibiliteit, doorzettingsvermogen en activering. Middels aanvullende oefeningen leert het kind zich ontspannen, te concentreren en te gronden (aarden).
Bij het rijden kan het kind aanvoelen welke drie gangen het paard beheerst, leert hij sturen of wordt hij geleid door anderen. Het accent hierbij ligt niet op het leren van deze handelingen, maar op de interactie met het paard en met de anderen, leren vertrouwen en communiceren. Het paard dient hierbij als motivator, sport-, communicatie-, model- en spelpartner. Na het rijden of voltigeren gaat de klant samen met de hulpverlener het paard weer verzorgen.
Kind en paard beïnvloeden elkaar, ze gaan in interactie, ze gaan samen aan de slag,… Een dynamisch proces komt op gang, wat maakt dat de kinderen/jeugdigen het orthopedagogisch werken met het paard niet onmiddellijk ervaren als therapie.
Het streven is om het kind aan de hand van zijn ervaringen met het paard, antwoorden te laten vinden of een inzicht te kunnen geven in zijn eigen persoonlijkheid zodat toekomstige problemen zelfstandig kunnen worden aangepakt. Deze methodiek draagt bij tot een positieve lichaamsbeleving, verhoogt de impulscontrole, bevordert persoonlijkheidsvorming en zorgt voor verbeteringen in prestatie, houding en gedrag.
Het paard roept, vooral bij (jonge) kinderen, op te willen zorgen voor. De verzorging (met als thema eigen hygiëne) kan een stimulans zijn tot zelfzorg. Maar het kan ook de fijne motoriek stimuleren (door vlechtjes in haren te maken). Snoezelen/knuffelen stimuleert de zintuigen. Kinderen praten makkelijk tegen dieren – en dus ook tegen paarden. Emotie (bijvoorbeeld angst) kan ontkracht worden door de ervaring dat het paard ergens niet bang voor is, waar het kind wel bang voor is. Het paard stimuleert om te vertrekken vanuit de competentie in plaats van de beperking, waardoor het kind zich meer gezien en heel voelt. Het paard verduidelijken zijn grens naar het kind op een expliciete manier, dit vermindert de weerstand. Paarden versterken de band tussen kind en hulpverlener.
Equine Assisted Therapy
Horse & Wisdom