top of page

Autismespectrumstoornissen en Equine Assisted Therapy

Autismespectrum stoornissen bij kinderen en volwassenen: als je de wereld op een andere manier ervaart

Wat verstaan we onder autismespectrum stoornissen
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen, tegenwoordig ook autismespectrum stoornissen genoemd, is de overkoepelende naam voor stoornissen waartoe ook het autisme, het syndrome van Asperger, PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder- Not Otherwise Specified) en MCDD (Multiple Complex Developmental Disorder) behoren. Pervasief betekent (in het latijn) doordringen. Het wil zeggen dat we bij pervasieve stoornissen te maken hebben met problemen die doordringen in verschillende ontwikkelingsgebieden van een kind.

De klachten en verschijnselen van pervasieve ontwikkelingsstoornissen zijn divers. Geen enkele van deze vele klachten of verschijnselen kan als karakteristiek worden beschouwd. Iedere klacht op zich kan bij sommige klanten aanwezig zijn, maar geen enkel symptoom is bij alle klanten aanwezig.
De drie kernverschijnselen van de autismespectrum stoornissen situeren zich op het gebied van de communicatie, de sociale interactie en in het flexibel denken en handelen. Dit noemen we de “triade”.

Sociale interactie
​​​​​​​​​​​​​​​​​​​Kinderen en volwassenen met autismespectrumstoornissen hebben moeite in de omgang met anderen omdat inzicht missen in sociale situaties en wat daarbij van hen verwacht wordt.
Sociale regels zijn heel wisselend (verschillen naargelang de context) én onzichtbaar – het is moeilijk daarop af te stemmen. Sommigen proberen heel veel contact te leggen met anderen, maar deze contactname komt bij mensen zonder autismespectrumstoornissen vaak stroef, bizar of vreemd over. Anderen zijn heel passief en nauwelijks betrokken bij de hen omringende wereld. Ze missen sociale finesse, vaak zijn ze in sociale relaties ook heel naïef. Dit vermindert intuïtief sociaal gevoel, proberen ze soms goed te maken door middel van intelligentie en logica, of door imitatie van anderen.
Kinderen met autismespectrum stoornissen kunnen vooral moeilijkheden vertonen in het contact met leeftijdsgenoten. Zij kunnen zich soms overmatig binden aan een lievelingsobject, op een manier die niet vergelijkbaar is met de normale relatie met een lievelingsspeeltje.

Communicatie
Sommige mensen met autismespectrum stoornissen praten niet, anderen ‘papegaaien’ (praten na), weer anderen juist vlotte praters zijn die over een uitgebreide woordenschat en grammatica beschikken. De problemen op communicatief vlak kunnen zich weliswaar op subtiele wijze uiten, maar vaak is hun communicatie oppervlakkig, met een repetitieve inhoud. Omwille van hun associatief denken zit er vaak weinig lijn in hun verhaal. Mensen met autismespectrumstoornissen hebben niet alleen moeite met het zich op een verstaanbare manier te kunnen uiten, ook het begrijpen van de communicatie van anderen loopt kwalitatief anders.

Kinderen met autismespectrumstoornissen vermijden vaak blik of lichaamscontact en nemen bepaalde optische, akoestische en tactiele prikkels op een andere wijze waar.

Flexibel denken en handelen

Stroef handelen en een beperkt gedrags- en interessepatroon uit zich vooral in een moeilijke aanpassing aan nieuwe situaties; mensen met autismespectrumstoornissen hebben moeite met veranderingen. Als reactie op stress kunnen stereotiepe bewegingen voorkomen zoals schommelen met het bovenlichaam, wippen en heen en weer lopen. Ze ontwikkelen ook heel wat routines. Zelfactivering en motivatie kunnen in verminderde mate aanwezig zijn, hetgeen het moeilijk maakt hen voor alternatieven te interesseren. Soms hebben ze moeite met het erkennen van reële gevaren. Ze kunnen stemmingswisselingen vertonen, zoals lach- en huilbuien of woede uitbarstingen, bij kleine of voor anderen niet begrijpbare oorzaken. Soms vertonen ze ook een verminderd spiegelend vermogen.

Autismespectrum stoornissen en Equitherapie ofwel Equine Assisted Therapy

Studies naar het effect van Equitherapie bij mensen met autismespectrum stoornissen hebben aangetoond dat het paard een bron is van vreugde en mensen met autismespectrum stoornissen motiveert om relaties aan te gaan. De waarnemingen vastgesteld tijdens deze studies zijn hieronder weergegeven.

​Sociale interactie

Volwassenen en kinderen met autismespectrum stoornissen vinden het vaak makkelijker om contact op te nemen met een niet oordelend en waarderend dier zoals het paard. Tijdens de therapie met het paard ziet men dat de kinderen een relatie opbouwen met het paard en een verhoogde interactie met het dier en met anderen vertonen. Contact, inclusief lichamelijk contact met anderen verbetert. De kinderen worden open, maken sneller contact en vertonen minder agressie tegenover vreemden.
Bij integratief voltigeren, waarbij de groepen samengesteld zijn met kinderen met en zonder autismespectrum stoornissen is het mogelijke om een adequate relationele communicatie te trainen. Ook het nadoen van de andere kinderen zonder autismespectrum stoornissen kan vaak worden waargenomen.

Communicatie
​​​​​​​​​​​​​​​​​​​Het verzorgen van of zitten op het paard kan de sensorische waarnemingen stimuleren en verbeteren. Door het lichaamscontact met het paard (zoals bij het poetsen of belonen) kan de angst voor contact verminderen. Deze vermindering ontwikkelt zich echter zeer traag. Het kan verschillende sessies duren voor de kinderen bereid zijn om het paard aan te raken. Meestal trekken de materialen die bij de sessie gebruikt worden, zoals doekjes, ballen en ringen of de uitrusting van het paard zoals het hoofdstel, de singel , de onderleggers en de gespen, eerder de aandacht dan het dier zelf. Het kan eveneens verschillende weken duren voor het kind op het paard wil. Een eerste aanraking is slechts mogelijk wanneer onmiddellijk daarna een pauze volgt. Wanneer het kind gemotiveerd is om met paarden om te gaan zal lichaamscontact met andere kinderen bij oefeningen op het paard met twee of drie kinderen gemakkelijker getolereerd worden.
De terugwijkende reactie van het paard op inadequate manieren van communiceren zoals roepen of slaan, worden door de kinderen vaak geregistreerd en kunnen door de hulpverlener verder worden verklaard. Daardoor treedt er vaak een vermindering van de inadequate manieren van communiceren op, zowel met het paard als met andere mensen.

Ook de spraak kan door het omgaan met het paard gestimuleerd worden. Bijvoorbeeld bij het begroeten van het paard of door kinderen zelf hun wens/commando voor stap, draf of galop te laten uitspreken.
Initiatie van de spraak is vooral in draf mogelijk, omdat het ritme van deze beweging aanzet tot het maken van klanken. Kinderen worden door de therapie met het paard expressiever en maken meer gebruik van gebaren

Op het paard worden kinderen volledig aangesproken. Ze horen, zien, voelen en ruiken het paard. Kinderen met autismespectrum stoornissen houden erg van de geur van paarden. Het paard kan er toe bijdragen dat de zintuiglijke waarnemingen worden geordend en verwerkt. Door het verklaren van de samenhang (bv als het paard in draf gaat, hoor je de hoeven klapperen op de ondergrond) wordt het kind gestimuleerd tot het zien van verbanden in zijn veelal gefragmenteerde (detail-)waarneming. Kinderen die er gevoelig zijn voor geluiden kunnen soms sterk reageren op het hinniken of snuiven van het paard.

​Flexibel denken en handelen
​​​​​​​​​​​​​​​​​​​Door het bewogen worden op het paard is er meestal een onderbreking in het uitvoeren van stereotype bewegingen. Deze onderbreking is een waardevolle ervaring voor de betrokkene en kan in het ideale geval leiden tot het verminderen van de stereotype bewegingen in het alledaagse leven. Deze vermindering in stereotype bewegingen worden niet alleen waargenomen wanneer op het paard wordt gereden, maar ook wanneer met het paard wordt meegelopen. Vaak vinden mensen met autismespectrumstoornissen het bewogen worden op het paard fijn en zijn ze zichtbaar rustiger en stabieler dan voorheen.
Meewandelen of lopen met het paard wordt door het aanmoedigingskarakter van het paard gemakkelijker mogelijk dan in andere situaties. Alhoewel de meeste kinderen met autismespectrumstoornissen soms moeilijk tot lichaamsbeweging te stimuleren zijn, worden ze door het samen bewegen met het paard hiertoe wel gemotiveerd. Hetzelfde geldt voor het uitvoeren van oefeningen op het paard. Voornamelijk het evenwicht, bewegingscoördinatie en fijne motoriek worden gestimuleerd en als gevolg daarvan wordt ook een verbetering in het dagelijkse leven waargenomen. Oefeningen ter verbetering van het lichaamsbewustzijn kunnen goed op en rond het paard worden uitgevoerd.
​​​​​​​​​​​​​​​​​​​Door verschillende reacties van het paard, of situaties met het paard die niet aan de normale gang van zaken beantwoorden (bv. het paard kan niet aan een sessie deelnemen omdat het ziek of kreupel is) leert het kind omgaan met veranderingen. Acceptatie van deze situaties zijn voor een kind met autismespectrumstoornissen een grote prestatie en verhoogt het inlevingsvermogen.
Angst en apathisch gedrag verminderen, de kinderen worden actiever, nemen actiever deel aan het leven en ontdekken de wereld rondom hen.​

Besluit: Kinderen met autismespectrumstoornissen hebben baat bij equitherapie omdat deze therapie de sociale vaardigheden verbeterd, kwaliteit van verbale en niet verbale communicatie  verhoogt en flexibel handelen en denken stimuleert. De therapie gaat ook in op stresshantering, ontspanning en het stimuleren van een positief zelfbeeld.

Literatuur:
Die besonderen Möglichkeiten des Heilpädagogischen Voltigierens für Kinder und Jugendliche mit Autismus-Syndrom oder Autistischen Zügen, R. Kreienborg, Therapeutisches Reiten, 2002,3.
Der Einsatz der Pferde bei autistischen Menschen, E. Schneider, Therapeutisches Reiten, 2002, 3.

Terug naar hoofdpagina

Equine Assisted Therapy

Horse & Wisdom

bottom of page